‘Nederland negeert de oplopende nood van ouderen’
Door Jochem Duinhof en Arendje Menkveld
Ouderen zijn het kind van de rekening in het Nederlandse buitenlandbeleid. Zij worden in de beleidsnota Doen waar Nederland goed in is, die het kabinet afgelopen juni naar de Tweede Kamer stuurde, geen enkele keer genoemd. Dat is opmerkelijk, want vrouwen worden in dezelfde nota 36 keer aangehaald als groep waar specifieke aandacht voor is, en kinderen 6 keer.
Daarnaast ontbreekt het binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken aan een strategie om ouderen wereldwijd te betrekken en beschermen via de Nederlandse inzet. Voor jongeren hanteert het ministerie zo’n strategie wel.
Verder zit Nederland niet in de schrijfgroep die binnen de Verenigde Naties werkt aan een blauwdruk voor een ouderenrechtenverdrag. Landen als Duitsland, Italië, Oostenrijk en Groot-Brittannië zijn hierin wel vertegenwoordigd.
Het is trouwens onterecht om alleen naar de Nederlandse overheid te wijzen: er zijn maar weinig Nederlandse particuliere hulporganisaties die zich in het buitenland specifiek op ouderen richten. Kortom, het Nederlandse gebrek aan aandacht voor ouderen wereldwijd is hardnekkig.
Op zichzelf aangewezen
Gezien de wereldwijde vergrijzing – de ontwikkeling waardoor het aandeel ouderen wereldwijd in 2050 waarschijnlijk oploopt naar meer dan 1 op de 5 – is dat gebrek aan aandacht een probleem. De verwachting is namelijk dat 80 procent van de ouderen rond 2050 in lage- en middeninkomenslanden woont. Juist daar zijn ouderen potentieel kwetsbaar. Uit onderzoek blijkt dat in die minder welvarende landen steeds meer (jonge) inwoners naar de steden trekken. Daardoor raken ouderen steeds vaker op zichzelf aangewezen.
En waar de overheid in Nederland bijspringt als het sociale vangnet wegvalt, is dat in veel andere landen niet het geval. Zo ontvangt maar 20 procent van de ouderen in lage inkomenslanden een pensioen.
Bekend is ook, dat ouderen in conflictsituaties vaker achterblijven in hun bedreigde woonplaats, omdat ze niet kunnen of willen vluchten. Dit zien we onder andere in Oekraïne, waar relatief veel ouderen hun huis niet verlaten. Dagblad Trouw schreef al over Anatoli en Irina, 2 Oekraïense ouderen die vast kwamen te zitten in Russisch artillerievuur (Trouw, 15 mei 2022). Anatoli lijdt aan Parkinson en kan zijn huis niet ontvluchten. De 2 overleefden de beschietingen begin mei ternauwernood, getuige de gaten in hun flat. Zoals Anatoli en Irina zijn er helaas vele ouderen die tijdens conflicten achterblijven, met alle mogelijke gevolgen van dien.
Specifieke behoeften
Tot slot weten we dat ouderen via het internationale recht op papier beschermd zijn, maar dat er weinig aandacht is voor hun specifieke noden en behoeften. Sprekend voorbeeld is dat slechts 1 van de 9 mensenrechtenverdragen aandacht heeft voor ouderen en hun rechten. Zoals gezegd wordt er op VN-niveau gewerkt aan een blauwdruk voor een ouderenrechtenverdrag, helaas zonder de actieve deelname van de Nederlandse vertegenwoordiging. Het signaal dat hiervan uitgaat: ouderen hebben geen prioriteit in het Nederlandse buitenlandbeleid.
Het wordt daarom tijd dat het Nederlandse buitenlandbeleid meer oog heeft voor de soms kwetsbare positie van ouderen wereldwijd. Een goed begin zou zijn om de rechten van ouderen concreet te borgen in het Nederlandse buitenlandbeleid, zoals in de genoemde beleidsnota ‘Doen waar Nederland goed in is’.
Daarnaast kan Nederland onderdeel worden van de bovengenoemde VN-kopgroep die schrijft aan de blauwdruk voor een internationaal ouderenrechtenverdrag. Ten slotte is het aan de Nederlandse sector voor noodhulp en ontwikkelingssamenwerking om bescherming van de rechten van ouderen meer prioriteit te geven. Want wie inclusief wil werken, mag de ouderen niet vergeten.
Jochem Duinhof en Arendje Menkveld werken beiden bij Dorcas. Dit opiniestuk is op 27 september 2022 gepubliceerd in dagblad Trouw.
Lees meer over wat Dorcas doet voor ouderen.
Of luister DORCAST, de aflevering over ouderen.
27 september 2022
Vond je dit interessant om te lezen?
Meld je dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief en het magazine Hartslag.