Kawree
‘Ik heb een fantastisch leven gehad. Onze familie was enorm, net als ons boerenbedrijf. Vanaf dat ik klein was werkte ik mee. Mijn vriendinnetje Bahar was even oud was als ik. Als we vrij waren maakten we huisjes van modder, en daar groeven we zwembadjes omheen.’
Leven en dood
Ik was vijftien toen ik leerde wat verdriet is. Mijn broer kwam om tijdens een conflict tussen Irak en Iran. Toen ik dat hoorde werd ik gek. Ik had geen controle over mezelf. Hij was jong, hij had de wereld moeten zien. Buhar kwam naar mijn huis en we huilden samen. Maar we leefden ook door. Buhar trouwde met mijn broer. Ik trouwde en kreeg kinderen. De huizen en het goud dat eerst van mijn ouders was, waren nu van mijn gezin.
Alles achtergelaten
Drie jaar geleden overvielen terroristen ons dorp. Ik vluchtte met Buhar en onze gezinnen verder Irak in. Ik liet onze familiegeschiedenis achter. Ik vertelde net over de huisjes die we vroeger van modder maakten. Nu wonen we in zulke huizen. En mijn kinderen werken nu op het land van een ander om geld te verdienen.
Nooit meer gelukkig
Ik kan niet meer gelukkig zijn en ik kan ook niet geloven dat ik het ooit nog word. Het zal alleen gebeuren als God het wil. Ik kan je geen enkel voorbeeld geven van wat mij nog vrolijk maakt. Zelfs Buhar niet. Hoe moet ik vrolijk zijn, als alles wat waarde en leven gaf vernield is? Maar ik kom elke morgen mijn bed uit. Ik maak eten, ik verzorg mijn familie. Dat is wat ik nog kan, en dat is wat ik blijf doen.
21 september 2018
Vond je dit interessant om te lezen?
Meld je dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief en het magazine Hartslag.