Een schild voor de zwakken in Irak
Stel je voor: je bent gevlucht voor Islamitische Staat (IS) maar als je terugkeert naar je huis heeft een ander dat ingepikt. Wat kun je doen? Dorcas helpt mensen in Irak die dit is overkomen met raad en daad.
De veiligheid in Irak is niet om over naar huis te schrijven. Sargon Oraha (38), projectmanager Protectie bij Dorcas in Irak, weet waar hij over praat. Hij moest zelf vluchten. ‘Ik groeide op in Bagdad, maar in 2006 vertrok ik met mijn familie naar Dohuk in Noord-Irak. In Bagdad waren steeds meer sektarische spanningen. Zoals veel andere christenen voelden we ons genoodzaakt om te vluchten.’
Vormen van geweld
Sargon werkt sinds 2018 op het kantoor van Dorcas in Dohuk. Zijn rol is hem op het lijf geschreven: een team aansturen dat bescherming verleent aan zwakken in de samenleving die geen andere bescherming hebben. Hoe ziet dat eruit in de praktijk? ‘Denk aan mensen die te lijden hebben onder huiselijk geweld of die te maken hebben met kindermishandeling. Onze taak is onder meer bewustzijn over dergelijke vormen van geweld te creëren. En er vervolgens voor te zorgen dat de slachtoffers toegang hebben tot hulp.’
(Tekst gaat verder onder de foto)
Dat laatste, toegang tot hulp, is in een land als Irak geen vanzelfsprekendheid. ‘Je hebt er de juiste papieren voor nodig. Wij zien het als een belangrijke taak om mensen aan die papieren te helpen, waardoor ze zelfstandiger worden. Kinderen bijvoorbeeld hebben papieren nodig om naar school te kunnen. Of neem een oudere, gescheiden vrouw. Zonder scheidingscontract kan ze hier bijna niets beginnen.’
Bescherming huisvesting
Wat ook veel voorkomt in Irak, zijn problemen met land en huizen. Door de oorlog en de bezetting onder IS is lang niet altijd duidelijk van wie welk huis is. Dorcas heeft daar een speciale tak voor opgericht: protectie van huisvesting, land en eigendom (HLP). ‘Een praktijkvoorbeeld: een jezidi die terugkeert naar de regio Sinjar, waar we dit werk doen. Die ontdekt dat zijn huis niet meer bestaat, of door een ander is bezet. Met dit project kunnen we mensen helpen om op een wettelijke manier tot een oplossing te komen.’
De wereldwijde COVID-19-uitbraak heeft het werk van Sargon er niet gemakkelijker op gemaakt. ‘Dat geldt zeker voor de voorlichtingssessies die we houden. Voorheen trokken we naar een dorp in de bergen, waar we mensen ontvingen in een jeugdcentrum of op een andere centrale plaats. Daar ontstonden groepsdiscussies, ook over gevoelige thema’s als mishandeling en slechte gewoonten in de gemeenschap.’
Trainen vrijwilligers
Zulke groepsbijeenkomsten worden op dit moment niet meer gehouden vanwege het coronavirus. ‘We kunnen hierdoor helaas minder goed zien wat er gebeurt.’ Sargon en zijn team hebben daar iets op bedacht: meer investeren in vrijwilligers binnen de gemeenschap. ‘Dat kan iedereen zijn met een goede reputatie in zijn of haar dorp. Als iemand graag zijn gemeenschap wil dienen, en in staat is om de problemen in de gemeenschap te onderkennen, trainen we deze persoon. Stap voor stap krijgt hij vervolgens meer verantwoordelijkheden.’
Met andere woorden: het coronavirus heeft de eigen verantwoordelijkheid van de lokale bevolking een extra impuls gegeven, zegt Sargon. Wat hem betreft is dat een voordeel en houdt het team dat ook ná de pandemie vast. Toch zal de projectmanager blij zijn als hij met zijn team weer groepen mensen kan bezoeken, vooral omdat er nog heel veel werk te verzetten is. ‘Van alle ontheemde mensen in Irak heeft 80 procent nog altijd geen papieren en daarmee dus geen toegang tot allerlei vormen van hulp. We zijn er nog lang niet.’
Lees meer over ons werk in Irak.
04 februari 2021
Vond je dit interessant om te lezen?
Meld je dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief en het magazine Hartslag.