Bij de grens tussen Oekraïne en Roemenië

Ik ben op de grens tussen Oekraïne en Roemenië. Het vriest. Jonge vrouwen met kinderen zie ik de grens oversteken, vaak lopend. Geen mannen. Ouden van dagen in een rolstoel. Ik zie een vrouw met haar moeder, een aangelijnde hond en onder haar jas een kat. Bezittingen dragen ze in plastic tasjes. Anderen hebben een rolkoffer. Aan de Oekraïense kant van de grens staan auto’s in de file. Mensen die het Engels machtig zijn, vertellen over de oorlog in hun woonplaats. Dat ze bang waren en daarom zijn gevlucht.

Eerste opvang

Vanaf de grens rijden bussen met vluchtelingen naar plaatsen waar een eerste opvang voorhanden is, bijvoorbeeld bij een kerk, op een kwartier rijden van de grens. Het Christelijk Noodhulpcluster betaalt er het eten en drinken en de energierekening. Ongeveer 40 personen brengen hier de nacht door, soms 2 nachten. Ook de vrouw met moeder, hond en kat blijkt daar een plek te hebben gevonden. Er is een warme douche. Eten en drinken. Een plek om te slapen. En het is er warm, heerlijk!

Een andere opvang locatie is in een buurthuis; drie kwartier rijden van hier. Er werken 50 vrijwilligers en er logeren 80 vluchtelingen voor 1 tot 3 nachten. Tot mijn verrassing is hier ook een mannelijke vluchteling: Oleg. Het blijkt dat vaders van gezinnen met 3 of meer kinderen de grens wél over mogen. Dit gezin met 3 kinderen wil naar Spanje. Voordat ze vertrekken vraagt Oleg of hij met mij en anderen mag bidden. ‘Dank u voor de veilige plek en de warme opvang’, bidt hij. ‘Amen’, zeggen wij.

Middelen

De mensen die nu kunnen vluchten, hebben klaarblijkelijk de middelen daartoe. Ik kon nog net een hotelkamer boeken; de meeste kamers waren al geboekt door vluchtelingen – bijna alle auto’s bij het hotel hebben een Oekraïens nummerbord. Maar mensen die geen geld en auto hebben, waar moeten zíj naartoe wanneer hun woonplaats door explosies wordt bedreigd? Wie gaat hén helpen?

Op de terugweg is het op het vliegveld van Iasi, in het noordoosten van Roemenië, druk met vluchtelingen. Wederom veel moeders met kinderen, sommige huilend, aan de incheckbalie. Het vliegveld is erop voorbereid: in de vertrekhal is een kinderhoek met speelgoed ingericht. Ook is er gratis eten voor wie het nodig heeft. Ik spreek kort met een Oekraïense moeder en een oma. Ze zwaaien hun (klein)dochter uit, die naar Warschau reist – een tiener. De drie houden het niet droog.

Onrecht

Ook ik houd het niet droog. Die vrouw met die kat onder haar jas. De behaaglijke warmte in het opvangcentrum na de kou bij de grens. Die oma die haar kleindochter uitzwaait. Diep van binnen ervaar ik het onrecht. Het maakt me razend. Én het zet me aan tot actie, onder andere dus met het Christelijk Noodhulpcluster. Ik ben thuis op het moment dat ik hier een punt zet. Ik wel.

Siebrand Wierda is campagneleider voor het Christelijk Noodhulpcluster. In de noodhulpactie voor de vluchtelingen uit Oekraïne vormen Dorcas, EO Metterdaad, Kom over en help, Red een Kind, Tearfund, Woord en Daad en ZOA samen het Christelijk Noodhulpcluster. Ook ter plaatse werken de organisaties samen, zodat zij gezamenlijk snel en effectief noodhulp kunnen verlenen.

17 maart 2022

Vond je dit interessant om te lezen?

Meld je dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief en het magazine Hartslag.