Pindakaas redt ondervoede kinderen in Somalië

Momenteel dreigt een hongersnood in Somalië door aanhoudende droogte. Honderdduizenden kinderen zijn ernstig ondervoed. Via onze partnerorganisatie Medair hebben we een uitgebreid voedselprogramma voor kinderen (en hun families) die acuut hulp nodig hebben.

Wat is er aan de hand in Somalië?
In Somalië is al jarenlang een conflict gaande. Een centrale overheid ontbreekt sinds de burgeroorlog in 1991 begon. Burgers lijden onder het geweld van radicale groeperingen als Al-Shabaab. Meer dan een miljoen Somaliërs sloegen op de vlucht in eigen land, en wonen nu in kampen. Humanitaire hulp wordt verhinderd door voortdurend conflicten en migratie. Ongeveer 6,2 miljoen Somaliërs, meer dan 50 procent van de bevolking, ontbreekt het aan voldoende voedsel. 1,5 miljoen daarvan hebben acuut voedsel nodig om te overleven. Veel gezinnen missen een stabiel inkomen doordat er alleen seizoenswerk te vinden is. Somaliërs die tijdelijk aan het werk zijn, verdienen slechts 1 tot 2 dollar per dag.

Wat doen wij in Somalië?
Ontheemde gezinnen zijn arm, en veel kinderen zijn ernstig ondervoed. Daarom hebben we een uitgebreid voedselprogramma in Somalië voor kinderen die levensreddende hulp nodig hebben. Deze kinderen krijgen Plumpy’Nut, een voedzame pindapasta die snel in het lichaam wordt opgenomen, waardoor een kind binnen 4 weken is aangesterkt. Het product redde wereldwijd al veel ondervoede kinderen. De verleiding is alleen groot voor ouders om de pasta ook te delen met de andere kinderen, of om het product te verkopen om zo eten voor het hele gezin te kunnen kopen. Daarom hebben we nu een speciaal programma voor families van ondervoede kinderen. Dit programma is gefinancierd door Dutch Relief Alliance, waar we bij aangesloten zijn. Gezinnen krijgen een voedselpakket gedurende de tijd dat het ernstig ondervoede gezinslid herstelt. Zo is de kans op terugval klein, en daarmee maakt dit extra voedselpakket het gehele voedselprogramma in Somalië duurzamer.

Dilemma
Vader Abdi hoorde van ons programma toen zijn dochtertje, de jongste van 7 kinderen, ernstig ondervoed raakte. Zij kreeg Plumpy’Nut thuis, maar het gezin leefde in grote armoede en dus lukte het niet om de Plumpy’Nut alléén aan zijn dochtertje te geven. Het gezin woont in een vluchtelingenkamp, in een enkele kamer, gemaakt van ijzeren platen. ‘Het was op dat moment ons enige eten. Mijn andere kinderen deelden de Plumpy’Nut met haar. Zij hadden ook honger, ik kon hen geen eten weigeren. Om mijn zieke kind te voeden, wachtte ik soms tot iedereen sliep voordat ik haar eten gaf. Maar als dan een van de kinderen wakker werd, had ik geen andere optie dan het toch weer te delen.’

In kritieke toestand naar het ziekenhuis
Dit dilemma zorgde ervoor dat zijn zieke dochtertje niet beter werd. Ze werd in kritieke toestand opgenomen in het ziekenhuis. Medair besloot toen om het gezin een ‘beschermpakket’ te geven. ‘We kregen rijst, bonen, suiker, tarwebloem en olie. Dankzij het project hebben we nu voedsel op tafel en hebben we geen tekort meer aan eten. We hoeven de Plumpy’Nut dus niet meer met alle kinderen te delen.’ Hoe hoog de nood in dit gezin is, blijkt uit het feit dat dit voedselpakket hun enige voedselbron is.

Vooruitzicht
Met Abdi’s dochter gaat het nu beter. ‘Ze kon haar dosis Plumpy’Nut innemen en werd ontslagen uit het ziekenhuis. Ze krijgt nu de aanbevolen voedselhoeveelheid. Ik houd haar vooruitgang in de gaten.’ Abdi hoopt dat zijn gezin nog een tijdje ondersteund kan worden, maar het liefst wil hij zijn gezin in de toekomst zelf onderhouden. Op dit moment is zijn inkomen daar nog niet stabiel genoeg voor. Abdi is een van de seizoenswerkers. Als er bouwprojecten zijn verdient hij soms iets. Het doet hem pijn dat zijn kinderen afhankelijk zijn van donaties en hulporganisaties, maar zijn gezin is dankbaar voor de hulp. ‘Het geld is goed besteed.’

13 augustus 2019

Vond je dit interessant om te lezen?

Meld je dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief en het magazine Hartslag.