Olga en Eduard: ‘Oekraïners zijn niet gewend om over hun gevoel te praten’
Na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne sloeg Eduard Malikhin (34) met zijn familie op de vlucht naar het veiligere westen. Olga Litvinenko (36) vertrok enkele maanden later naar het westen. Daar gingen Eduard en Olga begin oktober aan de slag bij Dorcas als projectcoördinator voor Connect, een programma waarin kinderen en volwassenen leren praten over hun angsten en gevoelens en hoe ze weer rust kunnen ervaren. ‘Oekraïners zijn niet gewend hun gevoelens te uiten. Maar ze zijn wel boos over de situatie en voelen zich onveilig. Connect helpt hen hierover te praten.’
Het programma Connect wordt via lokale partners van Dorcas voornamelijk gegeven aan mensen die gevlucht zijn en alles hebben moeten achterlaten. ‘Ze voelen zich continu gestrest en hebben geen of weinig familie of andere bekenden. Hun huizen zijn verwoest en ze hebben geen idee of en hoe ze ooit weer kunnen terugkeren’, vertelt Olga.
Moeilijk praten
Daar komt bij dat Oekraïners het moeilijk vinden om over hun gevoelens te praten. Ze houden alles voor zich. ‘Ze zijn boos over hun situatie en willen niet praten. Maar daardoor krijgen ze meer stress en uiteindelijk zelfs lichamelijk klachten, zoals hartziektes’, legt Eduard uit.
‘Door de trainingen leren ze om er juist wel over te praten. Een onderdeel van Connect is bijvoorbeeld tekenen of schilderen. Daarbij tekenen ze hun huis en praten daar vervolgens over. Op deze manier ontstaat steeds meer openheid en komt het gesprek op gang. Door de gesprekken in de groep merken ze dat ze niet de enige zijn die worstelen met angst, stress en onzekerheid.’
Minder spanningen
Connect is niet alleen goed voor de deelnemer, maar kan ook een positieve uitwerking hebben op mensen om hen heen. Olga: ‘We waren onlangs bij een opvanglocatie waar gevluchte gezinnen met een kind met een beperking woonden. Ze hadden allemaal een eigen kamer, maar moesten de faciliteiten zoals een keuken en badkamer delen. Hierdoor ontstonden er veel spanningen. Ook was er nauwelijks onderling vertrouwen om dingen met elkaar te delen. De gezinnen deden mee aan Connect en na een paar sessies verminderde de spanning in huis. Mensen kregen begrip voor elkaar en hadden door dat het voor iedereen lastig was.’
Angst bij kinderen
Connect richt zich niet alleen op volwassenen; er zijn ook groepen voor kinderen. Het grote verschil is dat het kinderprogramma meer bestaat uit activiteiten op het gebied van sport, bewegen, spelletjes en knutselen, waarbij de kinderen spelenderwijs dingen leren over emoties en gevoelens. Olga: ‘Kinderen zijn door de oorlog bang en gesloten. Als sommigen bijvoorbeeld een hard geluid horen, dan vallen ze op de grond. Door Connect leren ze zich veilig te voelen en niet in paniek te raken door bijvoorbeeld harde geluiden.’
Connect bestaat uit 7 sessies, maar soms worden er een paar sessies aan toegevoegd. ‘Sommige onderwerpen kosten meer tijd en dan wordt daar een extra sessie aan besteed.’ Olga vindt het mooi om te zien dat veel groepen na Connect verder gaan. ‘Zowel de partnerorganisatie als de deelnemers willen niet stoppen als het programma klaar is. Ze blijven samenkomen en helpen elkaar als dat nodig is. Vaak hebben ze niemand als ze hier komen, maar door het programma hebben ze weer een groep waar ze bij horen.’
Goed voor jezelf én voor anderen
Eduard vindt het belangrijk dat mensen Connect volgen. ‘In onze groepen zijn vooral vrouwen, omdat de mannen moeten vechten. Deze vrouwen moeten voor hun gezinnen zorgen en zijn daar vaak zo druk mee bezig dat ze zichzelf vergeten. Maar om anderen goed te kunnen helpen, moet je ook goed voor jezelf zorgen. Dat is echt belangrijk. Niet alleen voor henzelf, maar ook voor hun kinderen.’
23 februari 2023
Vond je dit interessant om te lezen?
Meld je dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief en het magazine Hartslag.