Langzame vooruitgang in Albanië
Langzame vooruitgang in Albanië
Albanië, alhoewel het Europees is, is het voor velen een onbekend land. Het is een overwegend Islamitisch land dat ligt aan de Adriatische zee, op de westelijke Balkan, ingesloten tussen Montenegro, Kosovo, Macedonië en Griekenland. De moderne geschiedenis van het land is behoorlijk roerig te noemen. We vertellen je hier graag wat meer over, zodat je begrijpt wat de mensen in Albanië hebben meegemaakt:
Tot 1912.Albanië maakte eeuwenlang deel uit van het Ottomaanse rijk. 1912 tot 1925.
Het verarmde volk kwam in 1912 in opstand, wat ze autonomie opleverde. Vervolgens verklaarde Albanië zich tijdens de Eerste Balkanoorlog onafhankelijk. Het land werd een onbestuurbaar. Interne wanorde hield het land in zijn greep. Een situatie die zou duren tot het land in 1925 werd uitgeroepen tot republiek. 1925 tot 1939.
De zelfbenoemde president riep zichzelf uit tot koning. Hij zou regeren als dictator die het op een akkoordje gooide met de Italianen. Italië kreeg het recht de Albanese olievoorraden te exploiteren. 1939 tot 1943.
Italië viel Albanië binnen, waardoor het onder gezag van Italië kwam te staan. Een guerrilla-oorlog met de communistische beweging volgde. In 1943 tot 1946.
Tijdens de tweede wereldoorlog kwam Albanië onder Duits gezag te staan. Tegen het einde van de tweede wereldoorlog heroverden de communisten de hoofdstad Tirana. 1946 tot 1991.
De monarchie werd afgeschaft en de communistische volksrepubliek uitgeroepen. Deze situatie zou tot de volksopstand in 1991 onveranderd blijven. Na de val van het communisme werd Albanië een gezagloze staat met vooral problemen en opstanden. Het economische systeem stortte in elkaar, spaargelden gingen in rook op. Mensen claimden met geweld hun vroegere bezit terug. 1991 tot 1999.
In korte tijd vielen er veel doden en de VN moest ingrijpen. In die periode startte Dorcas het werk in Albanië. 1999 tot nu.
Vanaf 1999 is het land politiek gezien in relatief rustig vaarwater terechtgekomen. Toch gaat het nog steeds niet goed met het land.
Armoede in Albanië
Albanië is een van de armste landen van Europa geworden. Het politieke systeem is echter fragiel en corrupt. De infrastructuur is onderontwikkeld, onderwijs is niet voor alle kinderen bereikbaar en een groot deel van de economie hangt samen met misdaad, mensenhandel, drugshandel en tabakssmokkel. Vooral afgelegen regio’s hebben te maken met extreme armoede. Zo werken de meeste inwoners van Tropojë in de landbouw, maar leven ze onder de armoedegrens. Het gebied werd ooit geroemd om haar pruimen, kastanjes en appels. Maar deze productie stortte na de val van het communisme volledig in. Vanuit de overheid is er nauwelijks tot geen sociale zorg voor deze gemarginaliseerde families. Veel gezinnen kampen met huiselijk geweld en andere problemen als gevolg van hun geïsoleerde situatie.
Zoje en Skender
Het echtpaar Zoje (50) en Skender (54) Buçpapaj uit Tropojë trouwden 30 jaar terug in het toen dus nog door het communisme overheerste land. Zij kregen 3 meisjes en 2 jongens. Ondanks de moeilijke economische situatie in Albanië verging het hen in de beginjaren toch redelijk goed. Alhoewel de levensomstandigheden slecht waren, lukte het Skender om zijn gezin te onderhouden met het kleine inkomen dat hij met het onderhoud aan lokale wegen verdiende. De kinderen groeiden in goede gezondheid op, en konden naar school. Iets wat voor veel Albanese kinderen niet vanzelfsprekend was. In 2008 vierden Zoje en Skender hun 20 jarig huwelijk. In datzelfde jaar kregen ze een grote klap te verwerken. Hun toen 13 jarige zoon pleegde zelfmoord door zich op te hangen. Vier jaar terug raakte Skender ook zijn baan kwijt. Rondkomen zou nu nog moeilijker worden voor het gezin. In datzelfde jaar verhing ook hun 17 jarige dochter zich. Zij zag geen toekomst meer in de uitzichtloze familieomstandigheden.
Dorcas voor Zoje en Skender
Dit verhaal is niet uitzonderlijk, maar ook niet onopgemerkt gebleven. Dorcas en een partnerorganisatie konden het gezin ondersteunen met de bouw van een kippenstal en gaf hen ook hun eerste kippen. Dit zou voor Skender en Zoje aanvankelijk genoeg moeten zijn voor een klein gezinsinkomen, eieren en af en toe wat vlees. Maar het echtpaar heeft de kippenstal inmiddels op eigen kracht uitgebouwd tot een pluimveeboerderij met eenden, kalkoenen en een paar honderd kippen. Ze verwerven een behoorlijk inkomen met de verkoop van eieren en vlees. De kwaliteit van hun producten is dusdanig dat restaurants en hotels de weg naar de goed georganiseerde pluimveeboerderij weten te vinden.
Dorcas voor Albanië
Zoje en Skender zijn niet de enigen die een stap vooruit gezet hebben. 280 gezinnen in de regio krijgen ondersteuning bij de kassenteelt en pluimveehouderij. 355 andere gezinnen ontvangen van hen weer een bijdrage in de vorm van pruimen, groenten en kippen. Zo veranderde één project bijna 4.000 mensenlevens. De verandering gaat langzaam, maar de impact is groot.
19 september 2018
Vond je dit interessant om te lezen?
Meld je dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief en het magazine Hartslag.