Hoe gaat Dorcas om met culturele en religieuze verschillen?
Dorcas is een christelijke organisatie, maar wat betekent dat nou eigenlijk precies? Welke invloed heeft onze christelijke motivatie op ons werk? En hoe gaan wij om met culturele en religieuze verschillen in de landen waar we werken?
Dienstbaarheid, rechtvaardigheid of evangelisatie?
Er bestaan veel rolmodellen die (hebben) laten zien wat het betekent om christen te zijn. Denk aan moeder Theresa, de katholieke zuster die bekend stond om haar naastenliefde voor ‘de armsten der armen’. Of aan Martin Luther King, de charismatische protestantse dominee en politicus die zich sterk maakte voor gelijkheid. Of misschien denk je juist aan iemand zoals Billy Graham, de evangelische inspirator die via toespraken en via de media miljoenen mensen bereikte met het evangelie.
Bij moeder Theresa draaide het om dóén in plaats van praten. Bij de andere 2 was praten juist wat centraal stond. Maar terwijl Martin Luther King zich richtte op het voorkomen en bestrijden van mensenrechtenschendingen, zette Billy Graham zich in om het evangelie te verspreiden. Op dezelfde manier kun je kijken naar goededoelenland. Operatie Mobilisatie evangeliseert, International Justice Mission strijdt tegen slavernij en Dorcas brengt hoop aan ‘de armsten der armen’. We zijn verschillend. Is de één beter dan de ander? Natuurlijk niet!
Culturele en religieuze verschillen
Binnen het christendom hebben mensen verschillende geloofsbehoeftes, kennen we verschillende theologische interpretaties en hebben we te maken met verschillende culturele invloeden. Dit kun je al duidelijk merken in Nederland, maar als internationale organisatie merken we dit natuurlijk vooral in de landen waar we onze projecten uitvoeren. We geloven dat de verscheidenheid iets goeds is. God heeft ons zo bedoeld. Hij is immers onze Schepper. Wel kan het frustraties opleveren. Zou het leven niet gemakkelijker zijn als we allemaal hetzelfde zouden denken, voelen en willen? We geven je graag een klein inzicht in dilemma’s waar wij dagelijks tegenaan lopen:
- Hoe(veel) vertel je in islamitische landen bijvoorbeeld over je christelijke motivatie wanneer dit invloed kan hebben op de veiligheid van je collega’s daar?
- Kunnen we aansluiten bij de culturele gebruiken van ‘andersoortige’ christenen als dit bijdraagt aan meer verbinding en een beter resultaat?
- Kunnen we in gesprek met een atheïst minder de nadruk leggen op onze christelijke identiteit als dit wantrouwen opwekt in plaats van vertrouwen?
Tegelijkertijd zien we een paar heel positieve consequenties van onze onderlinge verscheidenheid:
- Het houdt ons nederig. Iedereen heeft gaven en talenten gekregen, maar niemand heeft ze allemaal.
- We hebben elkaar nodig. We mogen ons over elkaar verwonderen, van elkaar leren en elkaar aanvullen.
- Hoe meer wij van elkaar verschillen, hoe meer we Christus nodig hebben om ons in liefde bij elkaar te houden.
Elke dag een zoektocht
Hoe gaan we om met culturele en religieuze verschillen? Het maken van de juiste keuze kan ingewikkeld zijn. We vinden het belangrijk om in de eerste plaats niet op onze eigen wijsheid te vertrouwen, maar God bij onze vragen te betrekken. Daarom doen we ons werk biddend, en laten we ons inspireren door de Bijbel.
Romeinen 14:19
Laten we streven naar wat de vrede bevordert en naar wat opbouwend is voor elkaar.
Voor ons betekent dit concreet het volgende: als we hoop willen brengen in het leven van kwetsbare mensen, dan is het belangrijk om te kijken naar de impact die onze keuze voor hen heeft. Ook als dit betekent dat we samenwerken met niet- of andersoortige gelovigen.
Een voorbeeld
We ontmoetten Asmaa in Libanon toen zij 21 jaar oud was. Samen met haar ouders was ze uit Syrië gevlucht vanwege de oorlog. Ze had veel meegemaakt en besloot daarom mee te doen aan het programma in ons ontmoetingscentrum. Toen haar periode als deelnemer erop zat, was ze zo enthousiast dat ze graag als vrijwilliger aan de slag wilde.
Asmaa is een moslima en wij zijn christenen. Is dat een probleem? Nee. Haar geloof is voor ons geen reden om haar inzet, kennis en betrokkenheid te weigeren. Asmaa is namelijk een inspirerende en vooruitstrevende persoonlijkheid, een krachtige vrouw en bovendien een kei van een netwerker. Het lukt haar om vrouwen te bereiken die wij nooit zouden kunnen bereiken. Dankzij haar inzet hebben we veel deelnemers in onze programma’s die hier anders nooit terecht waren gekomen, maar die er wel mee geholpen zijn.
De les die we kunnen leren
Onze samenwerking met Asmaa leert ons dat we niet zonder ‘de ander die anders is’ kunnen. Zij is degene die het voor ons mogelijk maakt om klaar te staan voor de meest kwetsbare mensen. Zij en wij zijn het niet over alles eens, en natuurlijk hopen we dat zij Jezus Christus door ons werk mag zien en leren kennen, maar dat neemt niet weg dat wij ook iets van haar kunnen leren. En dat zij ons ook regelmatig inspireert. Bovendien draagt onze samenwerking met Asmaa bij aan ‘bevorderen van de vrede’ en ‘opbouwend zijn voor elkaar’, precies zoals Romeinen 14:19 zegt.
Wil je Asmaa beter leren kennen? Lees dan haar verhaal in onze reportage Portraits of Power, over sterke vrouwen in conflictgebieden. Met deze reportage willen we vrouwen aan elkaar verbinden door hun verhalen te delen. Ook al lijken op het eerste gezicht onze levens totaal anders, met deze verhalen laten we zien dat onze levens misschien niet zo veel verschillen. Portraits of Power helpt ons om elkaar te zien zonder label als ‘vluchteling’, ‘arm’ of ‘zwak’.
Meer verhalen ontvangen?
Dagelijks ontmoeten wij mensen met verhalen die raken. Verhalen over alles kwijtraken, kwetsbaar zijn en uitsluiting. Maar ook verhalen over herstel, liefde en hoop. Wil je deze verhalen ontvangen? Meld je dan aan voor ons gratis magazine Hartslag of onze digitale nieuwsbrief.
Dit artikel is geïnspireerd door een presentatie van Evert Jan Ouweneel tijdens een bijeenkomst van Prisma, het netwerk van christelijke ontwikkelingsorganisaties.
18 oktober 2019
Vond je dit interessant om te lezen?
Meld je dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief en het magazine Hartslag.