Noodhulp wordt effectiever door bescheidener te zijn
We kennen ze allemaal. De hulporganisaties die in actie komen bij een grote vluchtelingenstroom, zoals onlangs in Venezuela en Noord-Syrië. Of bij een natuurramp, zoals recent in Indonesië en Mozambique. Deze hulp kan effectiever, vindt een samenwerkingsverband van 16 Nederlandse noodhulporganisaties. Hoe? Door bescheidener te zijn.
Eigen verantwoordelijkheid
Voor het oplossen van iemands problemen kun je de betrokkene het best zelf verantwoordelijk houden. Deze wijsheid geldt ook voor noodhulp: lokale organisaties kunnen het best verantwoordelijk zijn. De World Humanitarian Summit van 2016 gaf een flinke stimulans aan deze overtuiging. Hier ontstond de zogenoemde ‘Grand Bargain’: een overeenkomst tussen meer dan 30 van de grootste internationale donoren- en hulporganisaties, bedoeld om de noodhulp zo effectief mogelijk te laten zijn. Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken is een van hen. Begin juli is minister Sigrid Kaag bovendien Grand Bargain Eminent Person geworden, bedoeld om deze beweging verder aan te jagen.
Lokale capaciteit
De uitvoering van de noodhulp zal hierdoor veranderen. Steeds minder zullen het de grote internationale noodhulporganisaties zijn die de dienst uitmaken. Steeds meer zullen nationale en lokale organisaties, daar waar mogelijk, inhoud en realisatie van de hulp bepalen en uitvoeren. 16 Nederlandse noodhulporganisaties streven er gezamenlijk naar dat al in het lopende kalenderjaar 25 procent van de beschikbare fondsen rechtstreeks naar lokale organisaties gaat; eind 2021 zou dat zelfs 35 procent moeten zijn. Ook investeren zij fors in het versterken van de capaciteit van lokale organisaties, zodat deze steeds beter worden in het organiseren en uitvoeren van de hulp. Bovendien vindt steeds meer noodhulp zijn weg door het verstrekken van cashgeld, zodat de getroffenen zelfstandig kunnen bepalen waar zij dat het best aan kunnen uitgeven.
Dutch Relief Alliance
De 16 noodhulporganisaties* hebben zich in 2015 aan elkaar verbonden in de zogenoemde Dutch Relief Alliance (DRA), in partnerschap met het ministerie van Buitenlandse Zaken. Tijdens een reflectiedag van de DRA op woensdag 3 juli 2019 ontstonden allerlei ideeën om bovenstaande besluiten verder te concretiseren. Bijvoorbeeld:
- Maak de lijnen tussen de lokale organisaties en de Nederlandse donor korter.
- Faciliteer een forum voor lokale organisaties waarin zij zich verenigen en elkaar versterken.
- Betrek lokale organisaties bij het maken van plannen, in plaats van hen slechts in te zetten als uitvoerder.
- Laat lokale organisaties leidinggeven aan de internationale noodhulpprogramma’s.
- Deel de apparaatskostenvergoeding met lokale organisaties.
Veranderende rollen
Kortom, effectievere noodhulp door bescheidener te zijn. Tegelijkertijd is dat: snijden in eigen vlees. Als er meer geld rechtstreeks naar organisaties in de getroffen landen zal gaan, gaat er minder naar de internationale organisaties. Hun rol zal bovendien veranderen: minder zelf uitvoerend, meer versterkend voor lokale spelers. Dat gaat zeer doen. Maar het sluit naadloos aan bij waar deze internationale organisaties voor zijn opgericht: om levens te redden, lijden te verlichten en waardigheid te herstellen van mensen die door oorlog of natuurgeweld zijn getroffen.
Siebrand Wierda
Chair Communications Working Group Dutch Relief Alliance
*Lidorganisaties van de DRA zijn: CARE Nederland, Cordaid, Dorcas, ICCO & Kerk in actie, Oxfam Novib, Plan Nederland, Red een Kind, Save the Children, SOS Kinderdorpen, Stichting Vluchteling, Tear NL, Terre des Hommes, War Child, War Trauma Foundation, World Vision en ZOA.
18 juli 2019
Vond je dit interessant om te lezen?
Meld je dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief en het magazine Hartslag.