‘We vluchtten op mijn verjaardag – de taart serveerde ik in Moldavië’
‘Ik hoorde het geluid van het luchtalarm rond 5 uur ‘s ochtends. Meteen daarna verstopten we ons in de kelder. Daar brachten we de eerste uren van de oorlog door – in kou en vochtigheid en in het donker – en we wisten niet of we zou de ochtend halen.’ Zo begon de oorlog voor de 34-jarige Oekraïense Marina uit Beleaevka, in de regio Odessa.
Het geluid van vliegtuigen en van de sirenes die bombardementen en explosies aankondigden verdween niet meer. Er volgden 5 dagen van angst en onzekerheid. Zodra ze het luchtalarm hoorden, verstopten Marina en haar familieleden zich in de kelder van hun huis. Op 1 maart besloten ze om naar Moldavië te gaan: Marina, haar ouders, haar oma en haar 9-jarige zoon. ‘Ik zal deze dag voor altijd onthouden. Het was mijn verjaardag. We kochten een taart, maar konden hem niet thuis eten. We namen hem mee en serveerden hem in Moldavië.’
Geen eindbestemming
Na 2 dagen reizen met de auto kwamen ze om 8 uur ‘s avonds aan bij de grens van Palanca. ‘We kenden niemand in Moldavië, we wisten niet waar we onderdak moesten zoeken. We brachten de nacht daarom door in een tent. De volgende dag gingen we op pad, zonder eindbestemming. We vertrokken gewoon.’
Ze stopten bij het eerste bord, dat de stad Causeni aankondigde. Ze spraken met de burgemeester van de stad en die verwees hen door naar de slaapzaal van een middelbare school. Daar bleven ze 4 dagen. Toen werden ze naar het dorp Cazanesti in de regio Telenesti gebracht, waar ze een tijdelijk onderkomen vonden in de slaapzaal van een middelbare school, waar een partner van Dorcas vluchtelingen opvangt.
Tot rust komen
‘We zijn blij dat we hier voorlopig kunnen blijven en even tot rust kunnen komen. Net als de andere mensen wachten we af tot de situatie verandert. We willen heel graag terug naar huis. We hopen dat dat snel weer mogelijk is.’
28 maart 2022
Vond je dit interessant om te lezen?
Meld je dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief en het magazine Hartslag.