Vrijwilliger Adam op weg naar de 100
Vrijwilligerswerk voor Dorcas houdt je jong. Daarvan is Adam Voetman het levende bewijs. Afgelopen november werd hij 93. En nog elke week rijdt hij in zijn eigen auto naar de Dorcas-winkel aan de Energieweg in Appingedam om daar boeken te sorteren en prijzen. Een bijzondere man, deze 93-jarige ‘Damster’.
Adam Voetman is geboren en getogen in Appingedam. Hij heeft er bijna een eeuw op zitten. En van al die jaren heeft vooral de Tweede Wereldoorlog diepe indruk op hem gemaakt: ‘We leven nu niet in een opbeurende tijd, maar de oorlog was ook geen mooie periode. De militairen liepen over straat met geweren in de nek. Wij hadden persoonsbewijzen en moesten ons legitimeren. Ik had één zus, die was ziekelijk en ik moest heel veel doen thuis. Melk en koren ophalen bij verschillende boeren onder andere.
Aan het eind van de oorlog hebben de Duitsers Delfzijl tot het laatst toe verdedigd. Heel Appingedam is toen ontruimd geweest omdat we werden beschoten. Dat heeft veel indruk op mij gemaakt. Er kwam een kauwgomkauwende Canadese militair op ons af die zei: ‘Go away, go away!’ Toen zijn we gevlucht, naar familie in Wirdum, dat ligt vlak bij Groningen. Samen met mijn tante en haar 3 kleine kinderen en opa en oma. Oma zat op een handkar. Toen we een week of 2 later terugkwamen, waren er mensen omgekomen en huizen kapotgeschoten. Er waren ongeveer 16 burgerslachtoffers, ook bij ons uit de buurt. Dat zijn dingen, die vergeet je nooit meer. Ik was ook nog jong, ik ben van november ‘28. Ik hoefde gelukkig niet naar Indië om te vechten, in 1948 ben ik afgekeurd voor militaire dienst vanwege een onregelmatige hartslag. Mijn ouders waren daar wel ongerust over, maar de huisarts zei: daarmee kan hij wel 100 jaar worden. En daar ben ik nu mee bezig.’
Werken, reizen en schilderen
Na de mulo ging Adam naar de Ambachtsschool. Daar kwam hij in 1946 af met het diploma machinebankwerken op zak. Hij ging aan het werk bij de technische dienst van de PTT en bleef daar tot zijn vervroegd pensioen. Adam en zijn vrouw Fenny kochten een caravan en maakten mooie reizen, onder andere naar Oostenrijk, Italië en Luxemburg. Een jaar of 8 geleden maakten ze een Rijncruise naar Mainz en weer terug, dat was een prachtige tocht. In zijn vrije tijd maakte Adam furore als kunstschilder. In 30 jaar tijd maakte hij ruim 300 schilderijen. Vooral olieverf, in de stijl van de bekende Groninger kunstenaar Henk Helmantel, en af en toe een pentekening. Hij exposeerde overal, zowel solo als met zijn schilderclub De Stalmeesters in Delfzijl. Maar schilderen lukt sinds 2005 helaas niet meer, door de artrose in zijn handen. Af en toe geeft Adam een doek weg aan iemand die het graag wil hebben. Zoals onlangs aan een achterneef, die viel voor zijn stadsgezicht met de Damster toren. Hij schonk het hem, in ruil voor een blij gezicht.
Lintje voor vrijwilligerswerk
Hoe hij het allemaal voor elkaar kreeg naast zijn werk en het schilderen weet hij niet meer, maar Adam heeft in totaal wel 60 jaar vrijwilligerswerk gedaan. Van bestuurslid van de postzegelvereniging tot vice-voorzitter van galerie De Noordelijke Kunsthof en van vrijwillig chauffeur bij bejaardencentrum Damsterheerd tot voorzitter van de jeu-de-boulesclub. Hij was ook nog een jaar of 6 Sinterklaas, ook in Damsterheerd. Dit alles leverde hem de nodige onderscheidingen op, waaronder een lintje van de koningin. Ook voor zijn baas deed hij vrijwilligerswerk: ‘In de tijd dat er dreiging was dat de Russen zouden komen, moest de centrale van de PTT bewaakt worden. Ik heb toen 15 jaar bij de bewakingskern gezeten, gewapend met een Browningpistool. Dat was vrijwilligerswerk en daarvoor heb ik een medaille van het ministerie van Binnenlandse Zaken gekregen.’
Het verlies
In september 2019 verloor Adam zijn allerliefste Fenny, zij is 89 geworden. Een groot gemis, waar Adam veel verdriet van heeft. ‘We zijn 67 jaar getrouwd geweest en hebben 73 jaar verkering gehad, vanaf 1946. Dat kun je je haast niet voorstellen. Ik kijk dankbaar terug op die jaren We hebben een mooie tijd gehad samen. In de Mariakerk van Oosterwijtwerd, hier vlakbij, herdenken ze overledenen. Daar ga ik elke veertien dagen heen. Dan zitten we daar met 10 mensen, steken een kaarsje aan, we drinken koffie, we praten wat, er wordt iets voorgelezen en er wordt wat gezongen. Dat doet me goed, die mensen zijn heel aardig.’
Adam en Fenny kregen 2 zoons. Er zijn 5 kleinkinderen en 9 achterkleinkinderen. Eén zoon woont in Duitsland: ‘Daar rij ik af en toe heen; mijn rijbewijs is pas weer verlengd. 70 kilometer heen en 70 kilometer terug. Een paar weken geleden ben ik er nog geweest. Ik ben geen opschepper, maar toen ik thuiskwam, zei ik: ‘Voetman, dat heb je toch maar weer mooi gedaan’.’
Aan het werk bij Dorcas
Na het overlijden van Fenny is Adam aan de slag gegaan als vrijwilliger bij Dorcas. ‘Ik werk 2 uur per week op donderdagmiddag in de boeken, samen met Anneke. Dan staat een winkelwagen vol boeken klaar, die ga ik stoffen, sorteren en prijzen. Bijzondere boeken krijgen extra aandacht, die zoek ik op internet op. Een tijdje geleden kwam er een prachtig boek binnen over de 20e eeuw, nog als nieuw. Ik keek bij bol.com en daar stond het voor 25 euro. Dan doen we dat niet voor 2 kwartjes weg, daar gaat een speciaal prijsje op.
Als de kar leeg is, drinken we een kopje koffie met wat lekkers erbij. De middag gaat snel voorbij en ik beleef er veel plezier aan. Ik praat makkelijk, misschien soms te veel; de winkelwagen komt niet altijd leeg. Het is ook een sociaal gebeuren, je bent onder de mensen. Ik voel mij thuis in het team van Dorcas.’
Rijmpjesverteller
Een belangrijke uitlaatklep voor Adam is het maken van gedichten over dingen die hem raken, van corona tot het gemis van Fenny. ‘Daar ben ik in april 2020 mee begonnen. Ik noem mezelf geen dichter hoor, maar een ‘rijmpjesverteller’. Ik heb er inmiddels meer dan 2.400 gemaakt. Die publiceer ik op Facebook en in het Groninger blad Toal en Taiken. Ik heb meegedaan aan een wedstrijd van het Nieuwsblad van het Noorden. Er waren honderden inzendingen en mijn gedicht werd met 3 andere geplaatst. Dat vond ik eervol. Het gedicht ging over tweestrijd. ‘Als je van tweestrijd één gedicht maakt’, dat vonden ze een mooie regel.’
Op naar de 100
Hoewel steeds meer mensen rond hem weggevallen, heeft Adam nog wel veel sociale contacten. Hij redt zich goed in zijn flat, met hulp van een interieurverzorgster. En hij gaat met zijn tijd mee. Hij is handig met de computer, internetbankiert op de smartphone en zit op WhatsApp en Facebook. Is hij van plan de 100 te halen?
‘Soms denk ik: het hoeft van mij niet meer. Maar dan denk ik aan Fen, die zou zeggen: Adam, je moet doorzetten. Zo was zij. Mijn jongste zoon zegt: jij wordt wel 100. En inderdaad, zoals het nu gaat, red ik mij behoorlijk goed. Dus wie weet. Dat verdriet blijft toch, dat gaat niet meer weg.’
10 maart 2022
Vond je dit interessant om te lezen?
Meld je dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief en het magazine Hartslag.