Getroffen Dorcas-medewerkers direct in actie na ontploffing in Beiroet

Het werk van Dorcas is na de explosie in Beiroet razendsnel op gang gekomen. Na de ramp is er meteen een team gemobiliseerd, dat naar de huizen is gegaan om de meest kwetsbare mensen in kaart te brengen. Zo kon de hulp aan de getroffen Libanezen direct van start gaan.

Normaal gesproken werkt Dorcas in 2 community centers, net buiten de hoofdstad Beiroet. Door de explosie werd het hoofdkantoor van Dorcas, dat in Beiroet staat, ineens het middelpunt van de hulpverlening. Het kantoor raakte beschadigd en medewerkers maakten de ramp zelf mee.

Zo ook Dorcas-medewerker Norma Magarian. Normaal gesproken werkt ze als hulpverlener in het community center in de plaats Aley, net buiten de hoofdstad. Nu moet ze in haar eigen buurt aan de slag. En dat terwijl de explosie haar huis en familie ook heeft getroffen.

Dorcas-medewerkers Norma en Rosa

Aandacht voor medewerkers
Tijd om stil te staan bij hun eigen verlies was er niet. ‘We zijn nu eenmaal een hulporganisatie’, zegt Rosa Cherfane, een van de lokale medewerkers van Dorcas. ‘Ik zei meteen: we moeten in actie komen.’ Cherfane is sociaal werker en is nu verantwoordelijk voor de responsestrategie en de implementatie daarvan na de explosie. Belangrijk aandachtspunt zijn deze keer de medewerkers zelf, die ook getroffen zijn door deze ramp.

‘Niemand was hierop voorbereid’, zegt Rosa. ‘Een van onze medewerkers vroeg om een praatsessie. We zijn daarna als team samengekomen. We moesten eerst onze eigen weerbaarheid verhogen, voordat we anderen konden helpen.’ Ook nieuwe vrijwilligers kregen extra psychologische training, met daarbij aandacht voor een van de belangrijkste waarden van Dorcas: dat mensen niet beschadigd zouden worden. In korte tijd verzamelden zich 50 vrijwilligers.

Norma en Rosa werden vooral geraakt door de reactie vanuit de Syrische gemeenschap in de community centers buiten de stad. ‘De Syriërs boden meteen aan om ons te helpen in Beiroet. De solidariteit is erg groot.’

Weggevlucht uit de stad
Het was volgens Rosa na de ontploffing moeilijk om te beslissen waar te beginnen. ‘Het was chaos. Tientallen medewerkers van hulporganisaties liepen her en der door de getroffen wijken.’ Dorcas nam contact op met de lokale overheid. Die bleek voornamelijk Libanese huishoudens in beeld te hebben. ‘De zwaarst getroffen mensen zijn de stad uit gevlucht. Dit zijn mensen die hun huis en baan verloren zijn en geen spaargeld hebben om hun huis te repareren. We proberen nu in kaart te brengen wie dat zijn’, legt Rosa uit.

Dorcas-medewerkers vullen niet alleen het formulier voor de hulpvraag in voor de mensen die getroffen zijn. Minstens zo belangrijk is het, volgens Norma, dat ze luisteren naar de verhalen. ‘Sommige mensen hebben geen financiële steun nodig, maar zijn blij dat ze hun verhaal kunnen doen. Er is veel materiële schade, maar mensen zijn ook getraumatiseerd door de gebeurtenis. Daar hebben we oog voor.’

Voedsel en psychosociale hulp
De komende tijd richt Dorcas zich op het in kaart brengen van kwetsbare groepen zoals vluchtelingen, gastarbeiders, ouderen en alleenstaande moeders. Ook gaat de voedseldistributie aan 1.200 huishoudens van start. Daarnaast voorziet Dorcas in warme maaltijden aan 500 ouderen. Psychosociale hulp, het liefst in de hoofdstad zelf,  is een ander focuspunt voor de komende periode.

03 september 2020

Vond je dit interessant om te lezen?

Meld je dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief en het magazine Hartslag.