Vrede is… voedselpakketten als er nood is
Dorcas-medewerker Mario, werkzaam in Libanon, praat zelden over zichzelf. Liever praat hij over zijn werk en de mensen die hij ontmoet. ‘Ik wil de meest kwetsbaren helpen.’ Dat doet hij op het moment in Akkar waar hij en zijn team voedselpakketten uitdelen.

In dienst bij Dorcas
Mario is al tweeënhalf jaar werkzaam bij Dorcas als Communicatie- en Rapportagefunctionaris. ‘Met alles wat Libanon heeft doorgemaakt, voelde ik dat ik deel moest uitmaken van de hulp.’ Libanon belandde van de ene crisis in de andere: economische instorting, politieke onrust, vluchtelingenstromen. Gemeenschappen die al fragiel waren, werden dat nog veel meer.
Mario: ‘Wanneer je honger ziet, wanneer je mensen ziet die gedwongen worden tot situaties die geen mens zou moeten doorstaan, laat dat een afdruk achter op je ziel.’
‘Kinderen speelden naast grafstenen’
Mario werkt nu veel in het noorden van Libanon, in Akkar, een van de armste regio’s van het land en de laatste jaren een van de zwaarst belaste. Duizenden Syriërs zijn hierheen gekomen nadat ze hun huizen ontvluchtten. Gezinnen lieten alles achter, staken rivieren en velden te voet over, met nauwelijks meer dan de kleren die ze droegen.
Sommigen belandden op de begraafplaatsen van Akkar. Mario: ‘De laatste keer dat we naar Akkar gingen, kwamen we in een gebied dat eigenlijk een begraafplaats was.’ Gezinnen hadden tenten opgezet tussen de graven, waslijnen hingen over de tombes en kinderen speelden naast grafstenen. ‘De grond was vol ongedierte en insecten, en mensen leefden daar, blootgesteld, in onmogelijke omstandigheden.’

Voedselpakketten van Dorcas
‘Wanneer mensen een voedselpakket ontvangen, is het niet alleen voedsel. Het is een ademteug, opluchting, een signaal dat ze niet vergeten zijn. Het geeft hen tien, misschien vijftien dagen stabiliteit. Het geeft moeders de mogelijkheid om een maaltijd te koken, vaders de kans om te voorzien, kinderen de kans om te glimlachen wanneer ze eten ruiken in plaats van vuil.’
De distributie van de pakketten gaat gestroomlijnd. Vrachtwagens komen aan, mensen verzamelen zich, lijsten worden gecontroleerd. Rollen worden verdeeld: iemand telt, iemand sjouwt, iemand zorgt dat alles eerlijk verloopt. ’Het is orde midden in chaos,’ zegt Mario. ‘Het is waardigheid midden in ontbering.’
Een schat midden in de tent
‘Wanneer je daar bent, zijn de Dorcas-projecten geen cijfers meer. Het zijn mensen. Het zijn kinderen die aan de mouw van hun moeder trekken en vragen wanneer ze gaan eten. Het zijn vaders die dozen dragen met vermoeide armen maar trotse ogen. Het is de oude vrouw die erop staat je een zegen te geven voordat ze haar pakket aanneemt.’
Hij herinnert zich een moeder die haar Dorcas-pakket in het midden van haar tent legde alsof het een schat was. Rijst, linzen, olie – dingen zo gewoon dat ze in elke keuken onopgemerkt zouden blijven, maar hier lagen ze uitgestald als een feestmaal. ‘Ze zei tegen me: ‘Zonder dit heb ik niets. Niets!”
De gever wordt de ontvanger
Er was ook de oudere man die weigerde zijn pakket aan te nemen voordat hij Mario mocht zegenen: Moge God je kracht geven. De stem van de man beefde, maar voor Mario woog die zegen zwaarder dan de doos zelf. ‘Op dat moment begreep ik dat steun niet alleen geven is, het is ook ontvangen.’
Een landschap van wachten
Door Mario’s ogen wordt Akkar zichtbaar zoals het is: een landschap van wachten. Gezinnen tussen graven, voedselpakketten die levenslijnen worden. Hij luistert meer dan hij spreekt, en als hij spreekt, is het om te wijzen op de veerkracht van anderen. ‘Ik probeer gewoon aanwezig te zijn. Te luisteren. Mensen te laten zien dat ze gezien worden.’ Mario’s woorden zorgen ervoor dat de mensen die naar Akkar vluchtten zich niet vergeten voelen en opnieuw kunnen beginnen tussen de doden.

05 december 2025
Geef voor vrede
Want vrede is... voedsel als er nood is