Afrika vergrijst, tijd voor actie!
Jochem Duinhof is politiek adviseur bij Dorcas. Hij voert gesprekken met Tweede Kamerleden, ministeries en partnerorganisaties om op te komen voor gemarginaliseerde doelgroepen. Vanuit deze rol schreef Jochem het volgende opiniestuk, gepubliceerd op een gerenommeerd journalistiek platform rondom ontwikkelingssamenwerking. De boodschap: bescherm ouderen, door vergrijzing onderdeel van de Nederlandse Afrikastrategie (die begin volgend jaar gepubliceerd wordt) te maken.
‘Wie de cijfers erop naslaat, kan maar tot één conclusie komen: Afrika vergrijst de komende jaren in rap tempo. Het is duidelijk dat dat gevolgen heeft voor de manier waarop duurzame economische ontwikkeling en armoedebestrijding tot stand komen.
Al in 2009 concludeerde de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) dat het inspelen op vergrijzing onderdeel van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid zou moeten zijn, maar dat dit ‘niet goed verloopt’. ‘Het gebrek aan vooruitzicht op oudedagsvoorziening of pensioen levert voor de meerderheid van de mensen in ontwikkelingslanden een aanzienlijke inkomensonzekerheid voor de oude dag op.’
Terwijl de problematiek al geruime tijd bekend is, wordt er in het Nederlandse ontwikkelingsbeleid niet gerept over vergrijzing en de stijgende noodzaak voor sociale bescherming van (toekomstige) ouderen. De Afrikastrategie van ministers Hoekstra en Schreinemacher biedt nu een herkansing.
In dit stuk zal ik betogen waarom het tegengaan van de gevolgen van wereldwijde vergrijzing een plaats in de Afrikastrategie verdient en waar de eerste aanknopingspunten voor beleid dat sociale bescherming biedt gevonden kunnen worden. Sociale bescherming is hier gedefinieerd als beleid en programma’s die ontwikkeld zijn om directe gevolgen van armoede te dempen, bijvoorbeeld door onvoorwaardelijk pensioenen uit te keren.
Simpelweg niet voorhanden
De AIV staat niet alleen in zijn conclusie dat de wereldwijde vergrijzing integraal onderdeel zou moeten zijn van de internationale ontwikkelingsagenda’s: ook de VN concludeerde dat eerder en ander recenter onderzoek benadrukt dat er richting 2050 werk aan de winkel is om te voorkomen dat Afrikaanse volwassenen na hun werkzame leven in armoede vervallen. In Afrika zijn de uitdagingen rondom vergrijzing namelijk minstens zo groot als in de rest van de wereld.
Onderzoek laat zien dat in vrijwel alle Afrikaanse landen het aantal zestigplussers rond 2050 (bijna) verdubbeld zal zijn. Veel van die ouderen zijn traditioneel aangewezen op hun sociale omgeving, zoals buren, kennissen en hun kinderen. Die omgeving is alleen aan verandering onderhevig: urbanisatie (jongeren die naar de stad trekken) en de afbraak van traditionele extended families (gezinnen waarin drie generaties samenleven) zorgen ervoor dat ouderen steeds meer op zichzelf zijn aangewezen.
Daarnaast ligt volgens onderzoek in vrijwel alle Afrikaanse landen het percentage ouderen dat pensioen ontvangt onder de tien procent. Het gebrek aan leefbare pensioenen leidt er vaak toe dat mensen van zestig jaar en ouder na hun werkzame leven van hun sociale omgeving afhankelijk worden om te overleven.
Dat maakt ouderen potentieel kwetsbaar als de omgeving met tegenslag te kampen krijgt, zoals het verlies van inkomen of als het sociale vangnet simpelweg niet voorhanden is. Er is dus dringend behoefte aan sociale bescherming voor ouderen om te voorkomen dat ze in (extreme) armoede vervallen.
Werken, werken en nog eens werken?
Dit alles betekent dat steeds meer ouderen moeten blijven doorwerken om zelfstandig een leefbaar inkomen te genereren. Dat dat niet altijd mogelijk en verantwoord is, behoeft geen uitleg. Een bijkomend probleem is dat het percentage ouderen dat participeert in arbeid wereldwijd is gedaald tussen 1960 en 2010.
Voor Sub-Sahara-Afrika geldt dat de arbeidsparticipatie van mensen boven de 65 is gedaald van 57 naar 48 procent. In het Midden-Oosten en Noord-Afrika gecombineerd is de daling nog sterker: van 29 procent in 1960 naar 18 procent in 2010. De conclusie is dus dat Afrikaanse ouderen in plaats van méér te werken om in de toenemende behoeften te voorzien juist minder zijn gaan werken.
Deze samenloop van omstandigheden (een stijgend aantal ouderen, een gebrek aan sociale bescherming vanuit de omgeving en overheden en een dalende arbeidsparticipatie van ouderen) is een bedreiging voor het behalen van de duurzame doelen. Met name het eerste doel (geen armoede) staat direct op de helling als het dempen van de effecten van wereldwijde vergrijzing niet integraal wordt opgenomen in toekomstige ontwikkelingsstrategieën.
Aanknopingspunten voor de Afrikastrategie
Gelukkig zijn er altijd sprankjes hoop. Steeds meer inwoners van Afrikaanse landen hebben tegenwoordig een mobiele telefoon, ook ouderen. In combinatie met de in Oost-Afrika populaire technologie voor mobiele betalingen is het daarom makkelijker om ouderen van geld te voorzien. Voor die mobiele betalingen zijn geen persoonsgegevens, bankrekeningen en identiteitsbewijzen nodig: het telefoonnummer volstaat om geld te ontvangen en te verzenden. Zo is het mogelijk om individuen in kwetsbare situaties te bereiken en sociale bescherming te bieden in de vorm van digitale betalingen, ook in afgelegen gebieden en op het platteland.
Er wordt al kleinschalig mee geëxperimenteerd door landen als Kenia, Lesotho en Rwanda, met op het eerste oog hoopgevende resultaten. Deze ontwikkeling maakt het relatief makkelijk om ouderen in afgelegen en landelijke te bereiken. Dat is belangrijk, want armoede concentreert zich vaak sterker op het platteland.
Met technologische zwaargewichten als Adyen en Capgemini heeft Nederland de kennis om die infrastructuur naar het volgende niveau te tillen. Dat kan hét voorbeeld van een succesvolle hulp- en handelscombinatie zijn: het verstevigen van de Afrikaanse publieke dienstverlening voor gemarginaliseerde personen, met behulp van Nederlandse kennis en kunde.
Het versterken van sociale cohesie tussen jong en oud, en het voorkomen dat jongeren die naar de steden trekken hun ouders aan hun lot overlaten, is complexer – dat vergt een sociaal-culturele dialoog die niet vanuit Nederland opgelegd kan worden. Wel kunnen lokale en internationale ngo’s (niet-gouvernementele organisaties) in samenwerking met Nederlandse diplomatieke posten het debat aanjagen en kan het ministerie ruimte bieden voor lobby en pleitbezorging ten bate van sociale bescherming voor potentieel kwetsbare mensen, zoals ouderen, maar ook mensen met een beperking of vrouwen.
Aan de slag
Zoals gezegd werkt het ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Afrikastrategie van Hoekstra en Schreinemacher. Daarin wordt uitgewerkt hoe Nederland, in Europees verband en bilateraal, zich tot Afrika wil verhouden. Een fikse opgave, met name doordat de strategie relevant poogt te zijn voor de komende 10 tot 15 jaar.
Een breed scala aan thema’s – zoals handel, gelijkwaardige partnerschappen, klimaatverandering, veiligheid en migratie – passeert daarom de revue. Vergrijzing verdient een integrale plaats in deze strategie. Laat de Afrikastrategie daarom een eerste aanzet zijn om eindelijk werk te maken van het herstel van sociale bescherming voor ouderen, waar relevant gebruik makend van Nederlandse kennis en kunde. Alleen op die manier blijven we zicht houden op het behalen van de duurzame doelen.’
12 januari 2023
Vond je dit interessant om te lezen?
Meld je dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief en het magazine Hartslag.